1937
Geboorte van Maksymilian Alexander Szoc op 8 april in Jaroslaw, Polen. Zijn vader, Maksymilian Szoc was legerofficier en zijn moeder, Wladyslawa Goch, was verpleegster.

1939
Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog gaat zijn vader als compagniecommandant naar Hongarije, het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Italië en laat zijn vrouw en twee zonen achter. Ze verliezen contact met elkaar.

1942
Wladyslawa Goch verhuist samen met haar twee zonen naar Warschau, waar ze werk vindt in een ziekenhuis.

1944
Tijdens de opstand in Warschau dat jaar, zijn ze bij wonder aan de dood ontsnapt: Duitsers vielen het ziekenhuis binnen waar zijn moeder werkte. Enkel drieënvijftig van de drieduizend mensen die er aanwezig waren hebben dit overleefd.

1945
Via het Rode Kruis heeft men zijn vader teruggevonden in Engeland.

1946
In dat jaar keert zijn vader terug naar zijn gezin in Polen.

1947
Het gezin vestigt zich in Chelm, waar zijn moeder directrice wordt van een school voor verpleegkundigen. Zijn vader geeft Wiskunde en Engels in een middelbare school.

1954
Hij beeïndigt zijn secundaire school in Chelm en begint geneeskunde te studeren in Lublin.

1956
In oktober richt hij samen met enkele vrienden de eerste avant gardistische beweging van beeldende kunsten van het naoorlogse Polen 'Zamek' op. Dat waren de eerste tentoonstellingen.

1957
Hij onderbreekt zijn studies geneeskunde en wil architectuur gaan studeren. Helaas wordt hij ziek tijdens de ingangsexamens.

1958
Hij begint zijn studies regentaat, Beeldende Kunsten.

1959
Hij trouwt met Zofia Poraj-Górska op 20 maart. Hij woont samen met haar in Bydgoszcz. In oktober begint hij zijn studies aan het unief in Torun, aan de faculteit Schone Kunsten en de richting Restauratiewetenschappen- en technieken.

1964
Dat jaar behaalde hij het diploma van de faculteit Schone Kunsten aan de Universiteit van Mikolaj Kopernik te Torun. Hierdoor kreeg hij de titel Licenciaat in de Kunstwetenschappen en Magister in de Restauratiewetenschappen- en technieken. Het thema van zijn thesis was 'De beveiliging van oude perkamenten tegen inwerking van microflora'. Na zijn studies doceert hij aan diezelfde universiteit als assistent in Technologiën en Technieken van de Schilderkunst (tot 30 augustus 1965).

1965
Hij gaat in Poznan werken, in 'Ksiegarnia Sw.Wojciecha', waar hij een renovatieatelier opricht. Na enkele maanden stopt hij met dat werk en begint hij te werken als afdelingshoofd van de sectie Middeleeuwse Kunst en als conservator in het Nationaal Museum in Stettin.

1966
In mei van dat jaar komt hij in contact met het pantomimetheater in Stettin. Hij neemt ook deel aan het Festival van moderne Kunsten dat op 27 juli plaatsvind, waar hij het schilderij 'Landschap' tentoon stelt. In december stichtte en leidde hij zelf zijn eigen pantomimetheater, 'Studio Miniatur', wat later vele prijzen heeft opgeleverd. Om te beginnen schrijft hij twee stukken, Parasol en Isabelle, waarmee het theater deel neemt aan het Festival van Studententheaters in Lublin. Parasol wint de derde prijs.

1967
Hij neemt deel aan de tentoonstelling 'Wystawa Okregowa', waar hij onder andere het schilderij Sen o kropli wody (droom over waterdruppel) tentoon stelt.

1968
Zijn vrouw verlaat hem in april en ze verhuist met hun twee kinderen naar Gdynia. Op het Festival van Studententheaters in Krakau van 9 en 10 mei brengt hij de stukken Isabelle en Parasol en een nieuw stuk, Prometeusz. Isabelle krijgt er de eerste prijs voor beste regie en beste scenografie en het gezelschap krijgt er ook een derde prijs. Hij begint te werken voor het grootste publiciteitsagentschap van artistieke affiches van Polen, WAG, waar hij vooral ontwerpen van culturele affiches maakte. Ditzelfde jaar krijgt hij ook de eerste prijs voor het ontwerp van een affiche voor het Festival van Orgelmuziek.

1969
Hij maakt een nieuw pantomimestuk, Orfeusz, wat een zeer groot succes wordt en wat in februari ook een eerste prijs oplevert. Hij maakt ook de choreografie van het toneelstuk Antigonè voor het Teatr Rozmaitosci in Krakau. In juni neemt hij voor de eerste maal deel aan FAMA, een artistiek studentenfestival. Sindsdien zorgt hij ieder jaar voor de artistieke omkadering van het festival. Ook neemt hij er deel aan verschillende voorstellingen. Samen met een andere artiest richt hij er de poëtengroep 'Lewary' op en later zetelt hij ook in de jury van het festival. Vanaf dat jaar is hij ook verantwoordelijke voor decoratie en costumering van de afdeling Theater en Toneel bij de Poolse televisie.

1970
Het pantomimestuk Orfeusz wordt aangepast voor een televisieopname. Dat jaar sterft zijn vader.

1971
In januari maakt hij een scenografie voor Shakespeare's Hamlet, een nieuw toneelstuk. Dat jaar schildert hij 'De eerste zonde', 'Geheim van de opoffering', 'Incognito', 'Judyta', 'Prometheus', 'Verborgen toekomst I', 'Verborgen toekomst II', 'In de waterput', 'Cristus' , 'Stilleven'.

1974
Schildert veel schilderijen ,o.m. 'We hebben elkaar al eens eerder gezien', 'De bevalling', 'Ik hou van dit soort weer', 'Einde vakantie', 'Ik had geen kans', 'Zwijgende dood', 'Ik dood mezelf niet vandaag' en 'Icarus'.

1975
Hij maakt onder andere het schilderij 'Dat moet komen'.

1976
Dood van zijn moeder.

1977
in mei maakt hij de scenografie voor een nieuw theaterstuk van Mickiewicz in het theater in Olsztyn. Ondertussen loopt er van 10 mei tot 23 juli een tentoonstelling van zijn tekeningen in België, bij de Stichting Veranneman te Kruishoutem. Op 22 juli vertrekt hij naar België, waar hij voor een korte periode bij zijn jongste broer intrekt.

1978
Samen met zijn vriendin, Anna Kos, verhuist hij naar Leuven.

1979
Hij houdt een tentoonstelling van zijn schilderijen en tekeningen in de Kunstzolder te Kessel-Lo van 19 mei tot 26 mei. Van 20 september tot 25 september is er een tentoonstelling in de Stedelijke Tentoonstellingszaal te Leuven. Vanaf oktober is hij verantwoordelijke van de dienst publiciteit en sales promotion bij Elbicon Electronics.

1980
Van 31 januari tot 19 februari exposeert hij in 'La Rose Traversée' te Brussel.

1982
Van 10 tot 23 maart loopt er nog een tentoonstelling in de Stedelijke Tentoonstellingszaal te Leuven.

1983
Op 1 september sterft Maksymilian Szoc op 46-jarige leeftijd te Rotterdam. Hij wordt begraven op het kerkhof te Bakhuizen, Friesland.

1984
Na zijn dood is men op het studentenfestival FAMA een nieuwe prijs beginnen uitreiken, naar Maksymilian Szoc genoemd. Het is een prijs voor 'het evenement van het jaar op het gebied van beeldende kunsten'.